Bequia en St Vincent
De tocht van de Tobago Cays naar Bequia (spreek uit bekwee) was weer lekker aan de wind hakken. We kwamen uit in Friendship bay aan het einde van de dag. We zien oude walvisvangst gebouwen staan. Niets tegen Fien zeggen, als die ergens woest om wordt…
De nacht was erg rollerig en we zijn ook niet aan land geweest. Volgende ochtend door naar de andere kant van deze punt van het eiland; Admirality bay bij Port Elizabeth. Een grotere, beschutte baai. Was wel lastig om er te komen en voor het eerst deze reis hebben we de zeilen weggehaald en gemoterd, terwijl er best nog wel (veel) wind stond. Rondom de baai liggen vrolijk gekleurde huizen tegen de berghelling. Op staat zien we dat de mensen hier wat minder hebben dan op de vorige eilanden. Zo heeft elke eiland, hoe dicht ze soms ook bij elkaar liggen, zijn eigen gezicht. We komen de Acapella en de Sylfer tegen die net vertrekken. Fien is wel wat verdrietig dat ze nog zo weinig nederlandse boten meer ziet, zeker met kinderen.
Port Elizabeth is een leuk klein stadje waar we voornemenlijk wat verse spullen willen kopen. Op de versmarkt worden we besprongen door verkopers en we proberen onze boodschappen te verdelen. Bij de een kopen we mango’s en tomaten, bij de ander aubergines en wortels, de derde verkoopt ons heerlijke pompelmoesen en sinaasappels. In een mum van tijd zijn we 40 eur lichter en tassen vol fruit en groente rijker. Op het strand verderop vinden we de rode zaden van de Kaikuri boom(als ik me niet vergis). Ik heb in Suriname een mooie armband van die zaden gekocht en wil er wel een ketting bij. We rapen alle glimmende rode zaden op die we zien en daar kan ik wel wat mooie dingen mee maken thuis, een leuk aandenken. We zwemmen bij het strand in een hoek van de baai en eten bij het simpelste, goedkoopste eettentje. Daar komen we in gesprek met Tom van de Madonna. We kenden hem niet totdat hij de naam van zijn boot noemde… Dat hadden we vaker gehoord en wel op het netje in Trinidad. Hij bleek de Sailaway ook te kennen en heeft ook maanden met onze havengenoten van de Boomerang door de Pacific gezeild. Wat is de wereld toch weer klein.
Als we na het eten terugvaren hebben we voor het eerst moeite om onze boot te vinden in de donkere baai…
De volgende dag zijn we allemaal erg vroeg wakker. Ik zwem wat rondjes om de boot voor de nodige beweging, we ruimen op en maken schoon en vertrekken richting St Vincent. Het eiland ligt niet ver naar het noorden, en de wind is iets gedraaid, dus we halen het zowaar in een keer maar de wind is er niet minder om. Net uit de luwte van het eiland krijg je een geweldige smak wind om je oren, niet normaal. Helaas doet onze windmeter het nog niet dus we weten niet precies hoeveel kopen….
We gaan naar Walilabou Bay. Dit is de baai waar een groot deel van de film Pirates of the Caribean gefilmd is. Het is tevens de meest noord gelegen kans om uit te klaren voor St Vincent and the Grenadines. Al ver buiten de baai komt er een klein bootje op ons afscheuren. Mathieu zucht; nee he niet nu al boatboys die ons van alles willen verkopen. Maar het is Alex en hij doet het erg leuk (vast markting training gehad). Uiteindelijk kletsen we wat terwijl we de baai in varen en besluiten we voor het eerst aan een mooring te gaan liggen. Dat is een bal die vastgemaakt is aan een groot betonblok op de bodem. Je kunt daar dus je boot aan vastleggen. Omdat er wel wat swell in de baai komt maakt Alex onze boot ook met een achterlijn vast aan een paal, op die manier blijven we recht op de golven liggen en hebben we er minder last van. Het is rustig in de baai, er liggen nog twee andere boten.
Er komen nu wel meteen allerlei boatboys op ons af, in roeibootjes, peddelend op een surfplank en iets dat eigenlijk geen bootje mag heten. Alle mannen willen ons sieraden of fruit verkopen. Hebben we allemaal niet nodig, maar we kijken even en bedanken vriendelijk. Ze groeten vriendelijk en laten ons daarna met rust. De man op de surfplank en in het bootje dat geen naam mag hebben komen wel terug. Ze willen graag wat ruilen. Uiteindelijk maken we goede deals; zij onze (vieze) ingeblikte ham en wij verse kokosnoot, passievrucht, guave en broodvrucht. We lunchen met heerlijke tropische vruchten! Om de benen weer wat aan het werk te zetten lopen we heuvel op naar een kleine waterval. Mathieu, Fien en Max genieten van het zoete water, lekker voor de verandering.
Terug bij de baai klaren we uit en gaan op zoek naar wat er nog van de filmset is overgebleven. Dat is niet moeilijk te missen; er staan een paar grote nep-gebouwen die als decor dienden voor de film. In een van die nep gebouwen hingen allemaal foto’s en draaiboeken. Doodskisten waren belangrijke props en die stonden ook nog overal. In het restaurantje waar we wat dronken stonden ook allerlei aandenkens, waaronder een grote kist met verkleedkleren uit de film, aangevuld met verkleedkleren voor kids. Max en Fien hebben zich wel 10 keer als verschillende personages uit de film verkleed. Maar de film zelf willen ze niet zien, die is in het engels en vast veel te eng…
Na het eten bekijken we de kaarten en het weer nog eens goed. Het is nog een lang stuk naar Martinique. We besluiten morgennacht door te varen, tenzij we suf gestampt zijn door de harde wind en de golven, dan gaan we op St Lucia overnachten. Het is nog steeds lastig te zeggen wat voor weer je buiten aantreft. We zullen zien, maar als alles meezit zien we Tom en Elly overmorgen op Martinique!
2 COMMENTS
Enig om dit te lezen. Jullie komen nu op bekend terrein voor mij. BVI’s vooral. Peter en ik zitten zelf op een 46 Hylas in Fort Lauderdale. Zeilen vannacht naar Freeport, op Grand Bahama. Jammer dat we zo ver Noord van jullie zitten.
Heerlijk jullie verhalen, mooi weer en lekker de tijd…….alhoewel je wilt toch op tijd in Martinique zijn, ik hoop voor jullie dat de wind meevalt op de tocht er naar toe. Maar ja, het weer, waar dan ook, blijft toch soms erg onvoorspelbaar. Succes op weg naar Martinique, Geniet lekker…..groetjessss