Vandaag was weer de eerste gewone dag na de Kerstvakantie. In de eerste week van januari waren eerst Roos en daarna Max ziek waardoor dat een rare week was. Maar vanochtend moesten we allemaal aan de bak. Opstaan in het donker, aankleden, eten, boterhammen smeren, je kent het wel. De kinderen waren niet vooruit te branden, huilden meteen als iets ze niet zinde en wilden het liefst in bed blijven liggen. Fien zei dat ze ziek is. En dat de juffen nooit naar papa en mama bellen als ze op school ziek was, dus dat ze niet gaat. Dus de opmerking ‘we gaan gewoon naar school en de juf belt ons heus wel als het niet goed gaat’ verloor daarmee ook zijn kracht.
En als ik eerlijk ben geef ik ze geen ongelijk: ik zou soms ook graag in mijn bed blijven liggen. Vooral nu: het is donker en erg koud buiten, we glibberen op de sneeuw en oude ijsplakken naar school en kantoor. Maar goed, de wereld is hard en dat moeten ze leren. Je kan niet in je bed blijven liggen, ook papa en mama niet. Dus opstaan, aankleden, eten en dat alles met voldoende rust en liefde zodat ze niet helemaal in de ‘ik-blijf-hier-nu-liggen-en-doe-niets-meer-stand’ gaan. Maar niet teveel liefde en rust anders komen we niet OP TIJD! OPSCHIETEN!
Halverwege de ochtendrituelen besluiten we om van onze dagelijkse routine af te wijken: we brengen de kids samen naar school, in plaats van Mathieu alleen. Misschien helpt dat. We werken vanavond wel een paar uurtjes extra. Wanneer de kinderen in de klas zitten en vrolijk kletsen en springen met vriendjes, stap ik op de fiets. Langzaam ontspan ik en realiseer me dat ik uitkijk naar een jaar zonder dit soort stress. Onze reis zal ook ongetwijfeld stressmomenten kennen. Maar deze ochtendstress en glibberen over ijs en sneeuw horen daar niet bij. Nog maar zo’n slordige 500 ochtenden te gaan….